Hoe werkt de watercyclus?

De watercyclus (ook wel de waterkringloop genoemd) heeft vijf stappen die hij telkens herhaalt: opwarming, waterdamp, neerslag, op het land en stromen naar zee. Maar hoe gaat dat precies?

  1. Opwarming Als eerst verdampt de zon het water van de zee.
  2. Wolken Dan komt er door de waterdamp wolken in de lucht. Dat wordt condenseren genoemd.
  3. Neerslag De waterdruppels komen samen in de wolken waardoor de waterdruppels op het land, in een rivier of meer komt, met andere woorden het gaat dan regenen, ijzel(en), sneeuwen en/of hagelen.
  4. Zodra een deel van de wolken boven zee verschijnt, dan wordt dit principe de korte waterkringloop genoemd.

  5. Op het land Soms blijft er water op het land liggen, bijvoorbeeld bij sneeuw of ijs. Dan neemt de bodem, planten en bomen het op. Uiteindelijk kan de bodem het water meenemen en uitkomen in een rivier of meer, onder of boven de grond.
  6. Stromen naar de zee Uiteindelijk neemt het water in de rivier en meren mee naar de zee en begint het weer opnieuw. Het water kan ook tijdens de reis naar de zee verdampen door bladeren.

Vraag je je af hoe het komt dat de zee altijd zout is? Als het water terugstroomt naar de zee neemt hij mineralen en sedimenten mee en dan wordt de zee zouter (de zout blijft wel achter in de zee als het water verdampt).