Dieren en hun babies

Baby dieren zien er altijd zo klein en schattig uit. Maar elk dier heeft zijn eigen levenscyclus. Het ene dier wordt in het water geboren en het ander dier weer in het zand.

Egels krijgen bijvoorbeeld vijf tot zeven baby’s. Ze worden doof en blind geboren en hebben een zachte, witte stekels die platliggen. Hun dun, vochtige huid droogt binnen 24 uur na de geboorte, waardoor de stekels rechtop gaan staan en hard wordt. Na drie weken worden ze behaard, krijgen 2000 stekels, ontwikkelen hun gebit en mogen ook voor het eerst de natuur in.

Een nijlpaard wordt na ongeveer 8 maanden geboren in het water. Ze blijven een jaar lang in het water en worden daar gezoogd. Het baby nijlpaard gaat soms voor een paar minuten naar boven om te ademen. Maar zwemmen dat kunnen ze al direct na hun geboorte.

Zeedieren

Bij schildpadden is dat toch weer anders dan bij landdieren. De moeder legt ongeveer 140 eieren onder de grond. Vaak op het strand waar ze zelf is geboren. Als ze de eieren heeft gelegd, graaft ze het gat dicht en gaat ze weer naar zee. De baby schildpadden worden na acht tot elf weken geboren. Dan graven ze zich ’s nachts uit hun nest. De maan weerkaatst in zee, waardoor ze weten waar ze heen moeten. Als ze uiteindelijk het water bereiken, zwemmen ze naar open zee en blijven ze tussen het koraal leven totdat ze groter zijn.

De meeste dieren krijgen ze zorg van hun ouder(s), zoals bij een nijlpaard en egels. Maar bij schildpadden moeten ze vanaf het begin van hun geboorte zorgen voor zichzelf.